Regelmatig hoor ik dat een bestuurder zegt: “Dank voor de suggesties, maar als OR moeten jullie niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten.” Maar wanneer doe je dit eigenlijk als OR? Is er dan een grens? En zo ja, wanneer ga je als OR over die grens? Wat is precies de wettelijke taak van een ondernemingsraad?
Als ervaren trainer en adviseur van ondernemingsraden ben ik juist altijd trots als een ondernemingsraad een weloverwogen mening constructief in het overleg inbrengt. Ik moedig altijd aan dat een ondernemingsraad “alles uit de kast” haalt om dit te doen. Dan doet een OR toch precies waar hij voor bedoeld is? Hoogste tijd voor een blog van MVMZ.
Wettelijke taak ondernemingsraad
Om antwoord te geven op de vraag of er een grens is en waar die ligt moeten we eerst duidelijk krijgen wat precies de wettelijke taak is van een ondernemingsraad. In de Wet op de Ondernemingsraden staat in artikel 2 en artikel 23 relevante informatie:
-
In artikel 2 staat het volgende:
“De ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, is in het belang van het goed functioneren van die onderneming in al haar doelstellingen verplicht om ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen een ondernemingsraad in te stellen en jegens deze raad de voorschriften, gesteld bij of krachtens deze wet, na te leven.”
Dus een OR vertegenwoordigt de collega’s in een overleg. Dit overleg is van belang voor het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen. Ik noem dit ook wel de dubbele doelstelling. Het gaat namelijk over het personele belang en het organisatiebelang.
-
In artikel 23.2 staat samenvattend het volgende:
In artikel 23 staat het overlegrecht. Met in lid 2 dat er in de overlegvergaderingen aangelegenheden* ten aanzien van die onderneming aan de orde gesteld worden als de ondernemer of de ondernemingsraad dit wenselijk achten of als dit verplicht is volgens de wet. De ondernemingsraad mag hierover voorstellen doen en standpunten kenbaar maken.
*Met uitzondering van kwesties die onder het politieke primaat vallen. Dus dat is een heldere grens, maar daar gaat deze blog niet over.
De grens is: alles binnen de onderneming
De enige grens is dus dat de OR praat over kwesties die spelen binnen de onderneming. Wauw wat een vrijheid. Verder is er geen enkele beperking. Staat er dan nog een “grens” bij advies- of instemmingsrecht?
Adviesrecht
Naar aanleiding van een advies hoort een OR nog wel eens: “Dit valt niet in de scope van deze aanvraag.” Het is logisch dat de OR reageert op het voorgenomen besluit, maar wat als de OR zich over andere zaken zorgen maakt dan de bestuurder? Bijvoorbeeld als de OR zich zorgen maakt over niet vermelde gevolgen zowerkdruk of verzuim), natuurlijk mag de OR daar aandacht voor vragen in zijn advies. De rechter bewaakt hierbij wel degelijk een grens. Zonder het al diep de wet in te duiken: als ondernemingsraad kan je bij het adviesrecht in beroep gaan. Hierbij toetst de rechter “marginaal”. De Ondernemingskamer gaat slechts na of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit kwam. Zij laat de ondernemer beleidsvrijheid. Lees er over in een artikel van OR-net Marginale toetsing.
Als adviseur begeleidde ik een OR die het stellig oneens was met een voorgenomen reorganisatie. Met een contra-expertise op zak ging de ondernemingsraad in beroep en vroeg de rechter of er sprake was van een “kennelijk onredelijk besluit”. Meer hierover lees je in deze blog. Zitting en uitspraak Ondernemingskamer.
Instemmingsrecht
Voor primaire arbeidsvoorwaarden staat er onder het instemmingsrecht dat dit niet onder het instemmingsrecht valt. Dit is een taak van de vakbonden. De OR mag hierover echter wel zijn mening kenbaar maken (artikel 23). Ook zijn aanvullende afspraken mogelijk. Lees hiervoor de blog convenant.
Een andere veel voorkomende verzuchting van bestuurders: “de OR houdt zich teveel bezig met de details”. Dit heeft mogelijk ook te maken met de hieronder geschetste verschillende invalshoeken. Als een instemmingsplichtige regeling niet goed verwoord is kan een OR hier terecht vasthoudend zijn. En ja, dan gaat het om details. Maar ook dit valt binnen de wettelijke taak van een ondernemingsraad.
Stimulerende taak
Geheel in lijn met het algemene overlegrecht is het ook interessant om te weten dat de ondernemingsraad een wettelijke taak heeft om specifieke onderwerpen binnen de onderneming te bevorderen. Denk hierbij aan naleving van regels (arbo en arbeidsvoorwaarden), goed werkoverleg etc. Het is terug te lezen in artikel 28 WOR.
Verschillende verantwoordelijkheden
Het onderstaande plaatje geeft inzicht waar de gevoeligheid van sommige bestuurders vandaan komt. De primaire verantwoordelijkheid van de bestuurder in het overleg met de OR zit in de linker hoek. Doen we het als organisatie goed? Halen we onze doelstellingen en zijn we klaar voor eventuele uitdagingen?
De ondernemingsraad vertegenwoordigt de collega’s en oordeelt vanuit een andere invalhoek over belangrijke wijzigingen in de onderneming. Daarmee weegt de OR het organisatielang in mee, net zo goed als een bestuurder het personele belang meeweegt. Dus eigenlijk zouden beide driehoeken naadloos op elkaar kunnen aansluiten. Hoezo op de stoel van de bestuurder zitten? Het organisatiebelang is niet het alleenrecht van de bestuurder.
Meerwaarde inhoudelijk mening ondernemingsraad
Het advies- en instemmingsrecht gaat over belangrijke besluiten in de onderneming. Een gezamenlijk belang van de OR en de bestuurder is dat deze besluiten uiteindelijk maximaal effect hebben. Interessant is dat een ondernemingsraad op twee manieren dit Effect kan vergroten. Je kan met de OR-mening bijdragen aan meer Kwaliteit en meer Acceptatie van het voorgenomen besluit. Dit is de formule: E=K x A. Als je de formule begrijpt weet je dat de ondernemingsraad aan meerdere knoppen kan draaien om waarde toe te voegen. Hoe je dit het beste kan doen…dat lees je in de volgende blog.
De OR kan niet op de stoel van de bestuurder zitten
Nergens in de wet op ondernemingsraden staat ook maar één sprankje inhoudelijke zeggenschap over organisatorische besluiten. De OR kan zijn eigen werkwijze bepalen, kan alle bevoegdheden benutten, de OR kan invloedrijk zijn. Dit wil nog niet zeggen dat de OR daarmee zeggenschap heeft. Kortom: de ondernemer heeft zeggenschap en de ondernemingsraad heeft medezeggenschap. Dit neemt niet weg dat de OR zijn inhoudelijke mening wel mag verwoorden. Dit is immers de wettelijke taak van de ondernemingsraad.
Wat te doen na “het verwijt”?
Het is interessant om de discussie met de ondernemer hierover aan te gaan. Hieronder zijn er een paar tips:
- Vraag goed door naar wat de bestuurder bedoelt. Waarin ging de OR een grens over?
- Agendeer het thema tijdens de periodieke bespreking van de algemene gang van zaken. De bestuurder vertegenwoordigt de ondernemer in het overleg. Dus de toezichthouder is in deze discussie ook een partij van belang.
Tip bespreek de wettelijke taak van de ondernemingsraad en
probeer in die dialoog te bespreken hoe de meerwaarde van de ondernemingsraad volledig benut kan worden.
Tot slot
Zoals gezegd ben ik doorgaans erg trots op ondernemingsraden die op een zorgvuldige wijze invloedrijk zijn. Dus eigenlijk is het verwijt te zien als compliment. Ik begeleid graag ondernemingsraden die streven naar gelijkwaardig overleg. Dat is juist de meerwaarde van een OR. Dus zet het goede werk voort!
Er zijn meer aannames die gelijkwaardig overleg tussen de OR en de bestuurder regelmatig in de weg zitten. Neem gerust contact op als je OR zoekt naar gelijkwaardig en invloedrijk overleg. Ik help je graag verder!